Op vrijdag 21 maart gaan 37 leerlingen uit VWO 3 met Latijn in hun pakket naar de Rotterdamse Schouwburg. Zij zullen hier een bezoek brengen aan de opera Dido & Aeneas, liefde en hel.
Het grote heldendicht Aeneis is het opus magnum van de Romeinse dichter Vergilius. Op verzoek van keizer Augustus schreef hij dit epos over de Trojaan Aeneas die van de goden de taak krijgt een plek te zoeken om een nieuw Troje te stichten: U voelt hem al aankomen, dit zou natuurlijk het toekomstige Rome zijn. Maar zijn reis gaat niet over rozen. Aeneas en zijn makkers krijgen te maken met zware stormen en wijken van hun koers af. Op zijn omzwervingen komt hij in Carthago terecht waar hij hopeloos verliefd wordt op koningin Dido. Aeneas wordt voor een duivels dilemma gesteld: luistert hij naar zijn hart dat hij verloren heeft aan Dido, of volgt hij het bevel van de goden en trekt hij verder? In Aeneas schetst Vergilius de ideale Romeinse man, die niet zijn gevoel volgt, maar gehoor geeft aan de plichten die hij te vervullen heeft.
Henry Purcell bewerkte ruim 1600 jaar later dit schitterende verhaal over liefde en lot tot een opera, zijn meesterwerk. Maar hij volgt niet slaafs de tekst van Vergilius. Hij maakt zijn eigen keuzes, waarin zijn eigen tijd, politieke geschiedenis en denken zich weerspiegelen.
Ook de uitvoering door Barokopera Amsterdam is geen kleurloze reproductie. Regisseur Sybrand van der Werf zegt over Aeneas: “In mijn ogen is Aeneas iemand die geen keuzes maakt, die zich laat voortstuwen door het noodlot.” De ideale Romein is bij Van der Werf verworden tot een slappeling die zijn lot niet in eigen handen durft te nemen. Maar dit roept nogal wat vragen op. Want kunnen wij ons lot wel in eigen handen nemen? Hoe maakbaar is ons geluk eigenlijk? Hiermee is het verhaal van Dido & Aeneas ineens veranderd van een verhaal van lang geleden tot een eigentijdse tragedie.
De leerlingen uit vwo-3 hebben afgelopen jaren onder andere de teksten van Dido en Aeneas gelezen. Op momenten was dat best doorzetten. Maar deze inspanningen blijken niet voor niets te zijn. Want de oeroude teksten die we lezen, blijken vragen op te roepen die praktisch en helemaal van deze tijd blijken te zijn.